De Tovenaar van Dormello

De legendarische paardenfokker Frederico Tesio: “The Wizzard of Dormello”

door Arie van Bellen

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de Breeders special 2021 van het blad "Draf&Rensport"

Boven: Frederico Tesio was een aardige, bescheiden en goedlachse Italiaan.


Inleiding
In een van de laatste nummers van het uitstekende on-line magazine Harness Racing Update gaf trainer Mark Ford een toelichting hoe hij verklaart dat paarden (en met name dravers) nog steeds sneller worden en ook regelmatiger en sterker. Hij noemt de ontwikkeling van materialen en de deskundigheid van (catch-)drivers. Maar ook stipt hij aan de enorme ontwikkeling van de fokkerij, of in zijn woorden “more refined breeding”. Dat is niet alleen een dure bewezen hengst kiezen. Dat is een analyse maken van de “match” tussen de compositie, de prestaties en de bloedlijnen van zowel de merrie als de (dek-)hengst.
Over bloedlijnen zijn de meningen gelukkig verdeeld. Zijn de aansluitingen in bloedlijnen (inbreeding of inteelt) of juist de grote verschillen (out-cross) een verbeterende factor? Of is er evenveel kans een crack te fokken als je naar het paard van de buurman gaat? Er is geen absolute waarheid en dat is maar goed ook want dan zou een goed fokproduct “te koop” zijn. Wel is het natuurlijk zo dat een bewezen (en dus dure) hengst meer kans op succes biedt, en er ook moeders zijn die meerdere goede producten brengen waardoor de kans op nog een goeie groter zal zijn. Een wat jongere moeder is ook aanbevelenswaardig en zo zijn er wel meer wat generieke fokkerswaarheden.

Frederico Tesio
Graag kijk ik samen met u naar het ene element dat al genoemd is: de bloedlijnen. Kun je heel gericht op bloedlijnen fokken en daardoor succesvolle paarden krijgen? En waar zou je dan op moeten letten? De absolute goeroe in de geschiedenis van het fokken van race-paarden (in zijn geval volbloeds maar kopieerbaar voor dravers) is de Italiaan Frederico Tesio (1868-1954). Hij werd geboren in Turijn. Op zijn 6e werd hij wees. Hij wist zich door studie, hard werken en het familliekapitaal te ontwikkelen tot een voorname boer, grootgrondbezitter, senator, eigenaar, trainer en, voor dit verhaal het meest belangrijk, succesvol fokker. In 1898 kocht hij samen met zijn vrouw een boerderij met 19 hectare grond die zij Villa Dormello noemden, gelegen aan het Lagio Maggiore in Noord-Italie. In de jaren dertig van de vorige eeuw bezaten de Tesio’s vervolgens vele honderden hectaren eromheen, met aparte landgoederen en personeel voor drachtige merries, lege merries, koerspaarden, veulens etc. Frederico was verantwoordelijk voor alle inhoudelijke paardenzaken, maar zijn vrouw was net zo belangrijk als relatiemanager en gastvrouw van de stal, in een tijd waarin de rensport tot een van de belangrijkste uitingsvormen van een bekende nationale sport was, populair bij het volk en ontmoetingsplaats van de jet-set. Het imperium is na de dood van Frederico nog een tijd voortgezet door de familie van zijn zakelijk partner, de markies Incisa Della Rochetta, binnengehaald door mevrouw Tesio.

Grote successen
De successen van Tesio als eigenaar/trainer/fokker waren ongekend. Het niveau van Italië was vergelijkbaar met dat in Engeland of Frankrijk. Tesio won als trainer en eigenaar maar liefst 22 keer de Italiaanse Derby met een eigen fokproduct. Zijn echte cracks zijn wereldberoemd zoals Nearco, Ribot, Braque en Cavaliere d’Arpino. Ribot heeft Frederico nooit zien lopen want hij overleed vlak voor diens debuut. Ribot won de Prix de l’Arc de Triomphe twee keer, maar Nearco is veel betekenisvoller als rasverbeteraar, onder andere als vader van Nasrullah en als grootvader (via de ook niet misselijke Nearctic) van superkampioen Northern Dancer.

Boven: Het meesterwerk van Tesio, Ribot. De hengst won 16 keer in 16 starts,
waarbij tweemaal de Arc de Triomphe, maar dat heeft zijn fokker niet mee mogen maken.

Boven: Ribot traint hier met jockey Enrico Camici.
Bij hem zien we geen inteelt in de eerste vijf generaties.


De "Tesio-methode"
FredericoTesio was een bijzondere man. Hij had een hele sterke analytische geest, maar was ook zeer artistiek en gebruikte daarnaast een gezonde portie intuïtie. Hij was een perfectionist in organisatie van zijn stoeterij, voeding, trainingsmethoden, medicijnen etc. Maar beroemd is hij geworden door de “Tesio-methode”: zijn revolutionaire foktheorie en toepassing daarvan. Selectie en verbetering van de genen van een paard was zijn obsessie. Geen andere fokker heeft ooit zoveel succes daarmee gekend als Tesio.
Maar wat was dan zijn methode en wat kunnen we er nu nog mee? In onze tijd van DNA-analyse, internet en “big data”? Samen met velen denkt schrijver dezes dat het zeker de moeite waard is bepaalde uitgangspunten van Tesio te doorgronden en zelfs toe te passen.
Tesio heeft zelf nooit een toelichting gegeven op zijn strategie als fokker. Het heeft een groep studenten jaren gekost om na diepgaande studie een aantal componenten van zijn aanpak te ontleden (o.a. K. Mc Leane , F. Varola e.a.). Tesio concentreerde zich in zijn fokkerij bijna uitsluitend op merries. Zijn uitgangspunt is het terug laten komen van goede eigenschappen van de voorouders door de juiste genen van die voorouders terug te brengen in de samenstelling van het product. “Ïnbreeding” dus, maar vanuit diepgaande kennis van de eigenschappen van de voorouders en de hoeveelheid inteelt, en niet te vergeten de plek in het pedigree van het veulen waar de inteelt zich bevindt. Dit alles vanuit de wetenschap dat teveel inteelt degeneratie veroorzaakt zoals matige botvorming en onvruchtbaarheid. Dat is in het algemeen significant vanaf 15% inteelt.

De “Nick”
Tesio had een scherp oog voor zogenaamde “nicks”: de plek in een pedigree waar een zelfde voorouder voorkomt als in het voorgeslacht van de andere ouder. Dus bijvoorbeeld de grootvader van de vader’s moeder is dezelfde als de overgrootvader van de moeders moeder. Dat is een 4 + 5 inteelt waarvan iedere draver er één of meerdere heeft. Maar Tesio puzzelde uit op welke plek in de pedigree van het veulen deze specifieke “nick” (bijvoorbeeld het 2 keer voor komen van Speedy Crown) het meest impact heeft op het overbrengen van de goede eigenschappen op het veulen.
Dat kon hij testen doordat hij jong fokte met paarden die hij allemaal zelf in bezit had en trainde. En door zijn vermogen om allerlei andere factoren optimaal in te vullen zoals opfok, begeleiding etc. Want dat regisseerde hij allemaal zelf. Plus natuurlijk zijn fenomenale brein dat vaak ook in één oogopslag een paard kon beoordelen op eigenschappen en talent.
Natuurlijk is de “nick”-aanpak niet onbekend. Er is om de 5 à 10 jaar sprake van een “golden-cross”, die op vrij beperkte wijze van hetzelfde principe uitgaat. Voorbeeld was Speedy Crown met Star’s Pride merries en andersom, Muscles Yankee met Pine Chip-merries, Valley Victory met de producten van de Hall-broers en natuurlijk nu in Frankrijk Ready Cash met Love You merries (en misschien andersom). Maar Tesio ging veel verder. Door een kruising te maken die naar zijn mening optimaal is op verschillende plekken van het ontstane pedigree. Er is niet eens zo veel literatuur over zijn werkwijze. Tesio werkte natuurlijk zonder virtuele simulatie-software, zonder DNA-onderzoek en zonder internet-databases. Hij lijkt daardoor wat in de vergetelheid geraakt. Toch zijn velen ervan overtuigd dat zijn aanpak de basis kan zijn van een succesvolle fokkerij van wedstrijdpaarden. Of in ieder geval daar meer kans op geeft. Hieronder nog wat uitgangspunten van Tesio:

  1. bestudeer de pedigree van je fokmerrie. Probeer te doorgronden welke goede eigenschappen zoals karakter, speed, vroegrijpheid, maat etc. van welke voorouders afkomstig is. Letterlijk en figuurlijk: “lees” je paard.
  2. Benoem in de keuze voor een dekhengst een doel in de zin van: maak een keuze welk bloed van een van de voorouders van je fokmerrie je terug wilt fokken via de dekhengst. Omdat jij denkt dat die voorouder een sterk element inbrengt en dus verdubbeld moet worden in invloed. Dat limiteert in één klap je keuzes uit dekhengsten. “linebreeding” maakt dat makkelijker door sowieso gericht terug te fokken op een sterke/succesvolle voorouder. Een dekhengst die je herkende in de goede eigenschappen van je merrie bijvoorbeeld.
  3. Belangrijk is dat je een soort “haasje-over” speelt met de keuze van een gezamenlijke voorouder. Deze zogenaamde “sexbalance” richt zich op het kiezen van dochters en zusters van je goede mannelijke bloedlijnen in het pedigree en/of de broers en zoons van de sterke vrouwelijk lijnen.
  4. Versterk de bouwstenen van de bloedlijnen door “oud” bloed of oudere sterke kruisingen terug te laten komen. In Amerika zijn ze er meester in om oude succesvolle moederlijnen te laten opbloeien door nakomelingen van oude stamvaders en moeders terug te brengen in de afstamming. Dus niet altijd voor nieuw en mode kiezen!
  5. De “pedigree-jackpot” blijkt het verdubbelen in een pedigree van een sterke moeder oftewel het binnen vijf generaties plaatsen van volle zusters of broers. Of 7/8, 3/4 of zelfs 1/2 broers c.q. zusters.
  6. de “pedigree sweet-spot”: gerichte inteelt is het krachtigst op de tegen elkaar liggende lijnen in de pedigree in het midden: in de moederlijn van de vader gecombineerd met de vaderlijn van de moeder.
  7. Probeer een kruising tenminste drie keer. Dat kan natuurlijk met een broer van de dekhengst zijn, maar je moet een kruising een kans geven om hem echt te kunnen beoordelen.
  8. Als je een bepaalde wat algemener gekozen kruising bij een groter aantal nakomelingen analyseert, doordat er vele voorbeelden van zijn (internet!), ontstaat er in de analyse een zogenaamde kritische massa en is een bepaalde kruising in het algemeen sterk rasverbeterend en kansrijk.

Tot zover een inkijkje in het levenswerk van Frederico Tesio, wiens fokproducten in alle pedigrees van topvolbloeds verschijnen. Zijn “methode” zelf is een hele puzzel. Er is ook niet echt heel veel literatuur of wetenschappelijke analyse voorhanden. Dat komt mede omdat er ook andere theoriën zijn en natuurlijk ook veel kanttekeningen zijn te maken door mensen die argumenten genoeg hebben om de theorie geheel of gedeeltelijk NIET te geloven, laat staan na te volgen.

Toch is uw scribent ervan overtuigd dat het verdiepen in de gedachten van Tesio een fokker van dravers succesvoller kan maken. Bewust heb ik pedigrees bij dit artikel met afstammingen, die een en ander onderbouwen, achterwege gelaten. Er zijn er vele, maar ook vele die juist een ander beeld opleveren. Wat we wel op basis van het bovenstaande als fokker kunnen doen is kijken bij welke toppaarden we elementen herkennen in hun afstamming. En, nog leuker, bij onze eigen merries kijken wat we bij haar terugzien en eventueel terug willen fokken bij onze volgende dekking. Leuk en leerzaam!

Boven: Frederico Tesio overlegt met jockey Enrico Camici.

Boven: Frederico Tesio met zijn merrie Neroccia, Oaks-winnares in 1926.

Terug naar de artikelen Click hier

© Copyright Fokkersvereniging 2021