door Hans Huiberts
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de Breeders Special 2021 van het blad "Draf&Rensport"
In het kader van het 75-jarig bestaan van de Fokkersvereniging is de Breeders Special 2021 een hele dikke uitgave
van 112 bladzijden geworden met een speciaal thema: de Hybride Groeikracht in onze fokkerij. In een serie artikelen
worden kruisingen van verschillende fokrichtingen uitgediept en ook enkele foktheoriën zijn uitvoerig beschreven.
Een tweede aanleiding was de plotselinge hype in Zweden met het gebruik van pacerbloed in de draverfokkerij.
![]() |
![]() |
In dit eerste artikel beschouwen we onder andere de afstamming van Sweepstakes-winnaar Koen n Klasbak, maar in een andere vorm dan een Fokkersoog, want het gaat nu om de ideologie achter zijn stamboom. We bespreken de bijzondere foktheorie van zijn fokker Sip van der Laan, die gebruik maakt van de bastaardkracht oftewel hybride groeikracht, officieel genaamd Heterosis. Eigenlijk gebruiken we dit principe al heel lang in onze fokkerij zonder de naam en de impact ervan te kennen. We maken in dit eerste artikel een inventarisatie van verschillende foktheorieën, het thema van deze Breeders Special.
![]() |
Boven: Vlak na de zege van Koen n Klasbak in de Sweepstakes 2020 sprak fokker Sip van der Laan (links)
met de auteur van dit artikel, Hans Huiberts (rechts), over zijn foktheorie, genaamd Heterosis.
Hier in Groningen werd de afspraak gemaakt om dieper op dit onderwerp in te gaan.
Daar is dit artikel het resultaat van.
(foto: Bas Huybers)
Het blijft leuk om te experimenteren met stambomen en daarom zijn foktheorieën zoals hieronder beschreven uitermate boeiend. Deze gaan vaak over de opbouw van een stamboom en de plek van bepaalde rasverbeteraars in het ideale plaatje. Vader- en moederlijnen zijn nogal duidelijk, maar moeilijker wordt het met incest, inteelt, lijnteelt, outcross, de Frans-Amerikaanse mix en tegenwoordig zelfs met gebruik van pacerbloed. Allerlei varianten komen langs. En op welke plek moet wat zitten? Met wat voor percentage? Wat is de ideale stamboom? En hoe vaak komen de verwachtingen uit? Lastige vragen.
De X-lijnen
Zelf heb ik enkele malen geschreven over de X-factor met de bijzondere eigenschappen, die via het X-chromosoom worden doorgegeven. Bij merries komt het van 2 kanten en bij hengsten gaat het via hun moeder. Dat verklaart het belang van de père-de-mère, de père-de-grandmère, etc. voor bepaalde eigenschappen (zoals een groot hart), die via de X-lijnen in een stamboom kunnen worden doorgegeven. Deze hengsten staan op vaste plekken in de stamboom. Een ander belangrijk aspect in de erfelijkheid vormt de moederlijn, omdat belangrijk erfelijk materiaal van moeder op dochter wordt doorgegeven via de mythochondrieën. Artikelen hierover zijn te lezen op onze website.
Tesio’s theorie
Arie van Bellen heeft voor deze Breeders Special een artikel geschreven over foktheorieën van de beroemde Italiaanse renpaardenfokker Frederico Tesio. Hij teelde in op bepaalde plekken. Je kunt ervan vinden wat je wilt, maar de Italiaan was uitermate succesvol. (dit artikel is al te lezen op deze wensite)
Van inteelt naar uitteelt?
Veel fokkers zijn geneigd om binnen het eigen of favoriete ras te blijven zoeken naar geschikte partners voor hun merrie en om met inteelt te proberen het ras te verbeteren. Dat gaat goed zolang een ras nog in opbouw is en er nog veel verschillende types zijn. De genenpool is dan nog groot en divers. Maar daar kun je niet eeuwig mee doorgaan, want dan ga je een plafond bereiken of kan een ras zelfs te gronde gaan door degeneratie, erfelijke aandoeningen, ziektes, zwakte en onvruchtbaarheid. Zo werkt de evolutie; vanuit een ruime bio-diversiteit moet steeds verversing en verbetering kunnen optreden. De zwakke broeders vallen af.
In de Amerikaanse draverfokkerij zien we dat het plafond wordt bereikt. Veel van de toppers zijn nauw verwant en er ontstaat weinig nieuws. In de breedte worden de paarden beter en het wereldrecord wordt wel door steeds meer paarden benaderd, maar verbetering vindt nauwelijks plaats, ondanks verbeterde sulky’s, betere trainingsmethoden, voeding, medische begeleiding, wetenschappelijke benaderingen, etc. Hetzelfde zien we ook al lange tijd in de renpaardenfokkerij; ook daar worden de koersrecords ook niet meer verbeterd. Begrijp me goed: dit plafond is hoog genoeg om een Derby, een Hambletonian of zelfs de Elitloppet te winnen. Maar er schuilen grote gevaren in langdurige nauwe inteelt. Op een bepaald moment moet het roer worden omgegooid. Soms gebeurt dat spontaan als een outcross-hengst succesvol blijkt te zijn. Soms wordt dat drastisch door enkele fokkers gedaan, zodat het ras weer nieuwe impulsen krijgt. Het beste resultaat krijg je door kruising met een ander ras of een andere fokrichting. Het tegenovergestelde van inteelt wordt outcross (“uitteelt”) genoemd, maar we hebben onlangs nog iets anders ontdekt.
![]() |
Boven: Koen n Klasbak (Jeffrey Mieras) wint de Sweepstakes met overmacht.
Hij is de aanleiding van deze artikelenreeks.
![]() |
Boven: Stamboom van Koen n Klasbak, met 3x4 inteelt op Valley Victory aan vaderskant
en 3x4 inteelt op Manza Buitenzorg aan moederskant.
Heterosis
Het pedigree van Koen zien we hierboven in een printscreen uit het Computerprogramma van Ter Schure, met 4 generaties. Mikado is 2+3 ingeteeld op Manza Buitenzorg en Formula One 2+3 op Valley Victory. De vader en moeder van Koen zijn dus beide 2+3 ingeteeld op twee verschillende goede hengsten. In de landbouw (gewassen) en veeteelt (koeien-, varkens- en kippenfokkerij) noemt men dit heterosis of bastaardkracht. Het hoeft niet persé 2+3 te zijn, het mag ook andere, sterkere inteelt zijn. Het gaat erom dat de vader en de moeder allebei doorgefokte inteeltproducten zijn of tot verschillende soorten behoren, die weinig verwantschap met elkaar hebben. Het is in principe een kruising tussen twee aparte soorten, waarvan de producten (de bastaarden) betere eigenschappen hebben dan hun ouders.
De Wikipedia zegt hierover:Heterosis of hybride groeikracht is het effect dat de nakomeling het gemiddelde van een of meer eigenschappen van de beide ouders overtreft. Het effect kan zowel bij planten als dieren voorkomen. Planten die ontstaan uit een kruising van twee verschillende inteeltlijnen ontwikkelen zich fors en geven een hogere opbrengst. Ook kan dit optreden bij onder andere de hoeveelheid inhoudsstoffen van een plant. In het algemeen geldt dat hoe minder de kruisingsouders aan elkaar verwant zijn des te grotere heterosis is te verwachten. Dit verschijnsel wordt gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe hybride rassen van bijvoorbeeld uien, vleesvarkens en vleeskuikens. Niet alle inteeltlijnen zijn even geschikt voor het maken van een hybride. Daarom moet via proefkruisingen gezocht worden naar inteeltlijnen die een goede combinatie geschiktheid hebben. (einde citaat Wiki)
In de hondenfokkerij zien we een extreem voorbeeld met de “labradoodle”, een populaire kruising van een labrador met een poedel. Ook het muildier (ezelhengst x paardmerrie) is een voorbeeld van een hybride product, dat als lastdier in bergachtig terrein beter is dan zijn ouders. Het omgekeerde (paardhengst x ezelin) werkt minder goed. Belangrijk hierbij is het fokdoel; wat wil je met zo’n kruising bereiken?
Gebruik van pacers
In een ander artikel in dit blad wordt het gebruik van pacers in de draverfokkerij besproken. Dit is een zuivere vorm van heterosis en de producten zijn echt hybride. Op deze manier zou je misschien ook een betere pacer kunnen fokken. Alleen doen pacers iets wat wij niet willen, namelijk pacen. Het is dus de vraag hoe het uitpakt. Toch zou dit een “boost” aan de draverfokkerij kunnen geven bij de juiste mix en met wat geluk.
Gebruik van renpaarden
Als je een draver wilt kruisen met een paard van een ander, sneller ras, moet je geen pacer nemen, maar een Engelse Volbloed, want die gaan wel boven de 60 km/h, dat betekent een kilometertijd van minder dan 60 seconden. Maar ook zij doen iets wat wij niet willen, namelijk galopperen. In de vorige eeuw zijn in de USA, Frankrijk en ook in Nederland enkele malen Volbloeds in de draverfokkerij beproefd. In dit blad staat een apart artikel hierover. Het blijkt meestal op mislukkingen uit te lopen, maar soms tot een grandioos succes te leiden.
Frans-Amerikaans
Het kruisen van Franse en Amerikaanse dravers de ultieme vorm van heterosis. Beide rassen zijn onafhankelijk van elkaar gefokt en ingeteeld op verschillende dravers. Het ene ras is gespecialiseerd in snelheid over 1.609 meter en het andere is gefokt voor de langere afstanden en ook voor de monté-koersen. Kruising van deze rassen gebeurt in Europa al een eeuw lang, vooral in Frankrijk met horten en stoten door tijdelijke openstelling van het Franse stamboek. Amerikaanse hengsten en merries zijn hier in de jaren 1920 volop en met veel succes gebruikt. Maar ook later ging het Franse stamboek even open. Vooral Florestan en de onvolprezen Coktail Jet zijn daar succesvolle voorbeelden van. En natuurlijk ook de Amerikaanse import Workaholic. De invloed van deze hengsten is enorm. Zonder Amerikaanse inbreng zou het Franse ras weinig voorstellen. Ook in Noord-Amerika is men waarschijnlijk wakker geworden nadat twee zoons uit een zeer kleine jaargang van 8 stuks van Ready Cash 2e en 3e werden in de Hambo van 2020. Misschien verklaart heterosis mede het succes van de outcross Ready Cash.We hebben in de Prix d’Amérique van dit jaar kunnen zien wat dit ons heeft opgeleverd: een paard met 52 % Amerikaans en 48 % Frans bloed, dat in 1.10,8 over 2.700 meter uit de banden een koers kan winnen. Dat presteert geen zuivere Fransman en ook geen zuivere Amerikaan, daarvan ben ik overtuigd.
![]() |
Boven: Dit is het paard, dat in de recordtijd van 1.10,8 over 2.700 meter de Prix d'Amérique van 2021
wist te winnen: Face Time Bourbon.
![]() |
Boven: De keiharde 10-jarige merrie Bahia Quesnot (66 % Frans, met ijzers) wint de Prix du Cornulier 2021
met acrobaat-jockey Matthieu Abrivard. Op deze merrie zou een Amerikaanse hengst goed passen,
maar dat mag niet in Frankrijk. Bij ons mag zoiets wel. Laten we hiervan profiteren.
Tenslotte
Een goede harddraver fokken is ingewikkelder dan een rund dat veel melk moet geven of een varken dat veel vlees moet hebben of een plant die grote tomaten voortbrengt. Bij een harddraver moet alles kloppen, dus brengen kruisingen een bepaald risico met zich mee. En je moet natuurlijk wel het beste van beide werelden gebruiken voor de meeste kans op succes. Toch blijkt heterosis ook voor de draverfokkerij te werken, met de Frans-Amerikaanse successen als bewijs. Ik ben heel benieuwd hoe dit met die pacers in Zweden afloopt!
Sip, bedankt voor dit nieuwe inzicht, je bent n Klasbak!
(einde artikel)
Voor het artikel over de kruising met Telgangers:
Click hier
Voor het artikel over recente kruisingen met Volbloeds in de draverfokkerij:
Click hier
Voor het artikel over de Volbloed-oorsprong van de draverfokkerij:
Click hier
Voor het artikel over de Volbloedfokker Tesio:
Click hier
Voor een artikel over de X-factor:
Click hier
Voor een artikel over vader- en moederlijnen:
Click hier
Er volgen binnenkort nog enkele artikelen over dit onderwerp.
© Copyright Fokkersvereniging 2021